C.F. Witt (1660-1716)
|
1
De Verlosser gaat naar 't kruis om de zondestraf te dragen. Geselslagen hebben als Zijn rug geploegd, die nu onder 't kruishout zwoegt.
| 2
't Lijkt, of Hij niet verder kan. Golgotha móet Hij bereiken, niet bezwijken! Een soldaat grijpt Simon aan, dwingt zo achter Hem te gaan.
| 3
De Verlosser kómt aan 't kruis! Voor Zijn schapen zal Hij geven zelfs Zijn leven. Geef, dat 't ook mijn harte raakt, dat Uw lijden zalig maakt!
| 4
Vrouwen uit Jeruzalem zien dit en doen niets dan wenen, gaan zo henen. 'Ween nu over Mij toch niet, daar 't aan 't groene hout geschiedt!'
| 5
'Hoe zal 't dan met 't dorre gaan! Ge moet anders leren treuren! Zal 't gebeuren voor uzelf en voor uw kind, dat ge ook vergeving vindt'. |
|