|

| Het Lam, voor ons op aard' geslacht, is eeuwig waard t' ontvangen de wijsheid, rijkdom, eer en kracht en dankbre lofgezangen! | | Hij overwon met leeuwenmoed de hel en al haar machten, Hij kocht ons Gode met Zijn bloed uit allerlei geslachten. | | Triomf, als priesters naad'ren wij, gereinigd van de zonden, als koningen gekroond en vrij, van alle dwang ontbonden. | | Het Lam verwon al wat op aard' het Godsrijk zocht te stuiten. Triomf, triomf, het Lam is waard Gods zegelen t' ontsluiten. | | Hij, die als Hogepriester leeft, en met zijn Geest ons zegent, Hij is 't, die moed en sterkte geeft, wat kwaad ons ook bejegent. | | Hij meet de maat van al de smart, die ooit ons hart bestormde, en heeft de toegang tot dat hart, dat Hij als Schepper vormde. | | Die in ons oog de moeite leest, toont ons zijn medelijden; Hij is, als wij, verzocht geweest en sterkt ons als wij strijden. | | Hij is 't, die als ons lief en leed beschikt, of wil gehengen, om op het spoor, dat hij betreedt, ons weer tot God te brengen. | | Triomf, die voor ons stierf, regeert; Hij brengt ons tot zijn Vader en, als het graf ons stof begeert brengt zelfs de dood ons nader. | | Triomf, uw prikkel is, o dood, door Jezus' dood verslonden. Hij, die voor ons het graf ontsloot, vernietigde de zonden. | | Zijn Kerk, gevestigd in zijn bloed, zal voor geen vijand bukken: geen list, geen macht, hoe fel zij woed', zal z' ooit aan Hem ontrukken. | | Hij komt en draagt de gloriekroon; God toont zijn welgevallen en geeft aan Hem, als 's mensen Zoon, het oordeel over allen. | | Kom, Christenschaar, komt, waken wij! Het voorwerp onzer zangen, Hij, onze Rechter, is nabij: Hij let op onze gangen. |
|
|