Gezangboek.nl O grote God, o goede Heer'

Verzen:
Vater unser
Vater unser

1 O grote God, o goede Heer',
ik val voor Uwe voeten neer,
en roep tot U bij nacht en dag,
want zonder U ik niets vermag.
Verhoor en geef mij mijn begeert'
door Die mij 't bidden heeft geleerd.

2 Ik ben een schaapje, dat daar is
verdwaald in grote wildernis;
ik ben een penning, kwijtgeraakt,
een zoon, die 't lelijk heeft gemaakt.
O Vader, zoek mij wederom,
opdat ik blijf Uw eigendom.

3 Leer mij belijden openbaar
te zijn een arme tollenaar,
niet roemende voor Uw gericht,
dat ik veel goeds heb uitgericht,
opdat ik niet in zulk een waan
moet ongeholpen van U gaan.

4 Stuur mijn gemoed, o Schepper trouw,
dat ik niet op het zand en bouw';
geef dat ik, op Uw Zoon alleen
gegrond als op een vaste steen,
niet vreze wind of watersnood
en generhande wederstoot.

5 Bewaar mij, dat Uw heilig Woord
niet zij door mij vergeefs gehoord,
of vallen zou op harde grond,
of door de dorens zij doorwond,
of door de vogels in de lucht
belet te dragen goede vrucht.

6 Behoed mij, als de vijand kwaad
terwijl ik sluimer, zaait zijn zaad,
dat ik dan met het wilde ruit
niet uit te wiede 't goede kruid,
maar spaar het liever allebei,
totdat het Christus zelve schei.

7 Geef dat in mij 't gelove klein
vermeerder als een mosterdgrein.
Geef dat ik vind, dan word ik rijk,
de parel van Uw koninkrijk,
de schat die in de akker ligt,
de rechte zoekers toegericht.

8 Gij hebt door Uwe Grote Geest
bereid een blijde bruiloftsfeest,
en mij, onwaardig, ook genood;
geef, dat ik het niet van mij stoot,
en niet het wijze van de hand
om ossen, vrouw of akkerland.

9 Verhoor, o Vader, mijn geween.
Waar 'k bid om brood, geeft Gij geen steen.
Ik zoeke, laat mij vinden; och,
ik klop, en doe mij open toch!
Laat mij die d'hemel doet geweld
door U behouden toch het veld.

Bron: SZ35 Jacobus Revius (1586-1658)


Z 5 Gebed des Heeren / J.E. Voet - GdH
God giet Zijn heil op pinkstren uit / H. van 't Veld (1932) - UM108,WK193



Uit diepe zwarigheden / Willem Sluiter (1627-1673) - ZL16
Profeet, Priester, Koning / Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750) - ZL74
Jezus' kracht / Johannes Groenewegen (1709-1764) - ZL37
Zie ons ootmoedig tot U naad'ren / R. Feith (1753-1824) - GZ306,TZ115
De nacht, de moeder van de rust / Jacobus Revius (1586-1658) - SZ126,UM202,GZ279
Gans zwaar en groot / Willem Sluiter (1627-1673) - SZ50



Deze site is nog in ontwikkeling, commentaar en suggesties zijn zeer welkom!
Stuur gerust een e-mail om andere gezangen aan te vragen.

Over Gezangboek.nl

Luister Psalmen en Gezangen zonder reclame

Contact

Zing 'O grote God, o goede Heer'' met kerkorgelbegeleiding

Gezangboek.nl O grote God, o goede Heer'

Verzen:
Vater unser
Vater unser

1 O grote God, o goede Heer',
ik val voor Uwe voeten neer,
en roep tot U bij nacht en dag,
want zonder U ik niets vermag.
Verhoor en geef mij mijn begeert'
door Die mij 't bidden heeft geleerd.

2 Ik ben een schaapje, dat daar is
verdwaald in grote wildernis;
ik ben een penning, kwijtgeraakt,
een zoon, die 't lelijk heeft gemaakt.
O Vader, zoek mij wederom,
opdat ik blijf Uw eigendom.

3 Leer mij belijden openbaar
te zijn een arme tollenaar,
niet roemende voor Uw gericht,
dat ik veel goeds heb uitgericht,
opdat ik niet in zulk een waan
moet ongeholpen van U gaan.

4 Stuur mijn gemoed, o Schepper trouw,
dat ik niet op het zand en bouw';
geef dat ik, op Uw Zoon alleen
gegrond als op een vaste steen,
niet vreze wind of watersnood
en generhande wederstoot.

5 Bewaar mij, dat Uw heilig Woord
niet zij door mij vergeefs gehoord,
of vallen zou op harde grond,
of door de dorens zij doorwond,
of door de vogels in de lucht
belet te dragen goede vrucht.

6 Behoed mij, als de vijand kwaad
terwijl ik sluimer, zaait zijn zaad,
dat ik dan met het wilde ruit
niet uit te wiede 't goede kruid,
maar spaar het liever allebei,
totdat het Christus zelve schei.

7 Geef dat in mij 't gelove klein
vermeerder als een mosterdgrein.
Geef dat ik vind, dan word ik rijk,
de parel van Uw koninkrijk,
de schat die in de akker ligt,
de rechte zoekers toegericht.

8 Gij hebt door Uwe Grote Geest
bereid een blijde bruiloftsfeest,
en mij, onwaardig, ook genood;
geef, dat ik het niet van mij stoot,
en niet het wijze van de hand
om ossen, vrouw of akkerland.

9 Verhoor, o Vader, mijn geween.
Waar 'k bid om brood, geeft Gij geen steen.
Ik zoeke, laat mij vinden; och,
ik klop, en doe mij open toch!
Laat mij die d'hemel doet geweld
door U behouden toch het veld.

Bron: SZ35 Jacobus Revius (1586-1658)


Z 5 Gebed des Heeren / J.E. Voet - GdH
God giet Zijn heil op pinkstren uit / H. van 't Veld (1932) - UM108,WK193



Uit diepe zwarigheden / Willem Sluiter (1627-1673) - ZL16
Profeet, Priester, Koning / Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750) - ZL74
Jezus' kracht / Johannes Groenewegen (1709-1764) - ZL37
Zie ons ootmoedig tot U naad'ren / R. Feith (1753-1824) - GZ306,TZ115
De nacht, de moeder van de rust / Jacobus Revius (1586-1658) - SZ126,UM202,GZ279
Gans zwaar en groot / Willem Sluiter (1627-1673) - SZ50



Deze site is nog in ontwikkeling, commentaar en suggesties zijn zeer welkom!
Stuur gerust een e-mail om andere gezangen aan te vragen.

Over Gezangboek.nl

Luister Psalmen en Gezangen zonder reclame

Contact