Edward Miller (1731-1807)
|
1
Gezalfde Christus, Vredevorst! Ach, geef mijn ziel een ware dorst om U in alles en geheel te kiezen tot mijn enig Deel.
| 2
Gezalfde Leraar en Profeet, Die al mijns harten dwaasheid weet, ach, leer mij 's hemels pad en spoor en voer mij eens de wolken door.
| 3
O Priester, Die met offerbloed des werelds zonden heeft geboet, bevrijd ook eens mijn ziel van 't kwaad en schenk mij 't heiligheidsgewaad.
| 4
Ai, wees mijn Voorspraak en mijn Borg, draag voor mijn eeuw'ge welstand zorg. Verwerf en zend mij Uwe Geest tot Leidsman in het gloriefeest.
| 5
O Koning, Die de hellemacht van duivel, dood, ten onder bracht, verbreek in mij het snood geweld dat zich Uw wille tegenstelt.
| 6
Regeer, bestuur mij naar Uw wil, dat ik in Uw bescherming stil mag rusten tot een zaal'ger tijd, mij eeuwig in Uw schoot verblijdd'. |
|