1
'k Heb geloofd en daarom zing ik, daarom zing ik van genâ, van ontferming en verlossing door het bloed van Golgotha. Daarom zing ik U, die stervend alles, alles hebt volbracht, Lam Gods, dat de zonde wegneemt, Lam van God, voor ons geslacht!
2
'k Heb geloofd en daarom hoger, hoger dan Kalvarie's top, zie ik boven lucht en wolken, Hogepriester, tot U op, die in 't ware tabernakel voor Gods aanschijn t' allen tijd als haar hoofd voor Uw gemeente strijdend bidt en biddend strijdt.
3
'k Heb geloofd in U, Wie d' aarde met haar doornen heeft gekroond, maar Die nu, gekroond met ere, aan Gods rechterzijde troont; U, aan wiens doorboorde voeten eenmaal in het gans heelal, hier, daarboven en hieronder alle knie zich buigen zal.
4
Ja, 'k geloof, en daarom zing ik, daarom zing ik U ter eer, 's werelds Heiland, Hogepriester, aller heren Opperheer! Zoon van God en Zoon des mensen, o, kom spoedig in Uw kracht, op des hemels wolken weder! Kom, Heer' Jezus, kom! Ik wacht.