J. Worp, D. Sanderman
|
|
1
Wij danken U, barmhartig God, Beschikker van ons deel en lot, voor Uwe hoed' en trouwe wacht, ons weer betoond in dezen nacht.
| 2
Verleen ons, na genoten rust, opnieuw gezondheid, kracht en lust; daar 't lichaam, door den slaap verkwikt, zich weder tot den arbeid schikt.
| 3
Dat wij ons ambt en plicht, o Heer', getrouw verrichten tot Uw eer. Dat Uwe gunst ons werk bekroon', Uw Geest ons leid' en in ons woon'!
| 4
Zie op ons neder in gena, opdat ons werk voorspoedig ga, en scheld ons alle misdaan kwijt, o Heer', die vol ontferming zijt.
| 5
Verlicht ons hart, dat duister is, wil ons, naar Uw getuigenis, doen vlieden alle kwade paan, en ijv'rig in Uw wegen gaan.
| 6
Schenk Uwen zegen bij Uw Woord; het rijk des satans word' verstoord; sterk leraars, sterk onz' overheid, in 't werk, door U hun opgeleid.
| 7
Troost allen, die in nood en smart, tot U verheffen 't angstig hart. Maak ons in tegenspoeden stil, hoor ons, o God, om Jezus' wil. |
|