1
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den koning van Hispanje heb ik altijd geƫerd.
2
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer', op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, Uw dienaar t'aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.