1
Wat mijn God doet is welgedaan! O, zing dit vrij, mijn harte. Al moet ik langs de kruisweg gaan, die kruisweg is de hemelbaan: de hemel kent geen smarte.
2
Houd goede moed, het kruis is goed: het leert u daag'lijks sterven, meer dierbaar wordt u 's Heilands bloed. Hoe meerder zuiv'ring van 't gemoed, hoe minder g' af zult zwerven.
3
Hoe zwaarder kruis, hoe schoner kroon en heerlijkheid na 't lijden. Op moeilijk' arbeid 't heerlijkst loon, van 't kruis stijgt u ten hemeltroon. Op schreien volgt verblijden.
4
Welaan mijn ziel, het ga zo 't wil, laat Vader voor u zorgen. Wat baat u onwil en bedil*? Uw hulp spoedt aan, ach wacht, wees stil, haast daagt de blijde morgen! *bedillen=bazig willen regelen