Gezangboek.nl Ps 144 Gezegend zij de Heer', die t' allen tijde

Verzen:
J. Worp, D. Sanderman
J. Worp, D. Sanderman

1 Gezegend zij de Heer', die t' allen tijde
mijn rotssteen is, mijn handen leert ten strijde,
en tot den krijg mijn vingers toebereidt;
mijn hoge burcht, mijn goedertierenheid;
Die mij bevrijdt; mijn schild, op Wiens vermogen
ik vast vertrouw; Wiens arm mij wil verhogen;
Die heerschappij en roem en sterkte geeft,
en die mijn volk mij onderworpen heeft.

2 Wat is de mens? Wat is in hem te prijzen,
dat Gij, o Heer', hem gunsten wilt bewijzen,
dat Gij hem kent? Wat is des mensen kind,
dat Gij het acht en zo getrouw bemint?
Hij mag den naam van ijdelheid wel dragen;
zijn tijd is kort, en al zijn levensdagen,
hoe groot, hoe sterk hij op deez' aarde zij,
gaan snel, gelijk een schaduwe, voorbij.

3 Daal neder; neig in gramschap fel ontstoken,
Uw heemlen, raak de bergen, dat zij roken,
en bliksem, Heer', Uw bliksems op den grond!
Verstrooi hen; zend Uw pijlen uit in 't rond;
verniel hen; steek Uw handen uit den hogen;
ontzet mij, toon Uw Goddlijk alvermogen,
en ruk mij uit een zee van ramp en nood;
der vreemden hand dreigt mij een wissen dood.

4 Hun mond is vol van lastren, en van liegen,
hun rechterhand bevlekt zich met bedriegen.
Ik heilig U, na al mijn zielsverdriet,
getrouwe God, een nieuw en vrolijk lied;
ook zal mijn luit en harp van U niet zwijgen,
die koningen de zege doet verkrijgen;
die Uwen knecht, die David gunstig redt,
en door Uw arm van 't boze zwaard ontzet.

5 Ontzet mij, red mij uit der vreemden handen,
wier leugenmond mij wreevlig aan durft randen;
hun rechterhand wordt door de list bestierd;
daar z' aan 't bedrog den ruimen teugel viert.
Zo zullen zich, als planten, onze zonen,
in hunne jeugd reeds groot en sterk vertonen;
de dochters zijn, als stenen, naar den eis
gehouwen, op de hoeken eens paleis.

6 Zo word', in 't land de handel ruim gedreven,
en voorraad steeds na voorraad uitgegeven:
Zo blijk' Uw gunst, die 't vee in overvloed,
bij duizend, ja tienduizend werpen doet.
Ons rundervee zij sterk en wel geladen;
geen uitval of geen inbreuk moog' ons schaden;
dat geen gekrijs de rust der stad verstoor',
noch iemand daar van bozen oproer hoor'.

7 Welzalig is het volk, dat, dus gezegend,
dit heuglijk lot door 's Hemels gunst bejegent;
welzalig is het volk, dat bij 't genot
van overvloed, den Heer' heeft tot zijn God.

Bron: Psalm 144 J.E. Voet


Ps 18 'k Betrouw op God, Hij is mijn schild in 't strijden / J.E. Voet - Psalm 18


JW Player goes here


Deze site is nog in ontwikkeling, commentaar en suggesties zijn zeer welkom!
Stuur gerust een e-mail om andere gezangen aan te vragen.

Over Gezangboek.nl

Luister Psalmen en Gezangen zonder reclame

Contact