1
Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen. Verlos mij van mijn bange pijn! Zie, heel mijn hart staat voor u open en wil, o Heer', uw tempel zijn. O Gij, wien aard' en hemel zingen, verkwik mij met Uw heil'ge gloed. Kom met Uw zachte glans doordringen, o Zon van liefde, mijn gemoed!
2
Vervul, o Heiland, het verlangen, waarmee mijn hart Uw komst verbeidt! Ik wil in ootmoed U ontvangen, mijn ziel en zinnen zijn bereid. Ik blijf op U in liefde staren, waar om mij heen de wereld woedt. O, mocht ik Uwe troost ervaren: doe intocht, Heer', in mijn gemoed!