C. Kramp
|
1
Jezus wandelt door de straten. Er staan mensen om Hem heen. Er zijn blinden, kreuplen, zieken en Hij helpt ze één voor één.
| 2
Hij maakt soms ook doden levend. Hij bestraft de storm op zee. Zegent mannen, vrouwen, kindren, deelt aan hen Zijn liefde mee.
| 3
Hij wil ons ook laten weten: "Ik kwam neer van Vaders troon, om voor mensen straf te dragen. Ik ben de beloofde Zoon". |
|