Gezangboek.nl
In Bethlehems stal lag Christus de Heer'
Verzen:
W. Croft (1678-1727)
W. Croft (1678-1727)
1
In Bethlehems stal lag Christus de Heer', in doeken gehuld, als kindje terneer. Voor Hem was geen plaats meer in herberg of huis; Zijn wieg was een kribbe, Zijn troon was een kruis.
2
Zo arm werd de Heer', der engelen Heer', Die zondaren mint, zo nameloos teer; Die hun wil vergeven, hoe veel het ook zij; zo arm werd de Heiland voor u en voor mij.
3
Lam Gods, voor de schuld der wereld geslacht, dat eens aan het kruis voor mij hebt volbracht. Ik kniel bij Uw kribbe met dankend gemoed, en breng U eerbiedig mijn zeeg'nende groet.
4
Ik wijd U mijn vreugd, mijn leven, mijn hart; bij U wil ik zijn in blijdschap en smart. Geef Gij mij een harte, dat U steeds bemint, dan ben ik van nu aan voor eeuwig Uw kind.