1
Ik wil zingen van mijn Heiland, Van Zijn liefde wondergroot, Die Zichzelven gaf aan 't kruishout En mij redde van den dood. Zing, o zing van mijn Verlosser, Met Zijn bloed kocht Hij ook mij: Aan het kruis schonk Hij genade, Droeg mijn schuld en ik was vrij.
2
'k Wil het wonder gaan verhalen, Hoe Hij op Zich nam mijn straf; Hoe in liefde en genade Hij 't rantsoen gewillig gaf. Zing, o zing van mijn Verlosser, Met Zijn bloed kocht Hij ook mij: Aan het kruis schonk Hij genade, Droeg mijn schuld en ik was vrij.
3
'k Wil mijn dierb'ren Heiland prijzen, Spreken van Zijn grote kracht. Hij kan overwinning geven Over zond' en Satans macht. Zing, o zing van mijn Verlosser, Met Zijn bloed kocht Hij ook mij: Aan het kruis schonk Hij genade, Droeg mijn schuld en ik was vrij.
4
Ik wil zingen van mijn Heiland, Hoe Hij smarten leed en pijn, Om mij 't leven weer te geven, Eeuwig eens bij Hem te zijn. Zing, o zing van mijn Verlosser, Met Zijn bloed kocht Hij ook mij: Aan het kruis schonk Hij genade, Droeg mijn schuld en ik was vrij.