Veni Creator Spiritus
|
1
Ik ben een kind, nog jong en teer; ik kreeg het leven van de Heer', Die alles schiep wat is en leeft en alles nog zijn voortgang geeft.
| 2
Mijn Schepper is zeer groot van macht: uit niet is alles voortgebracht; Hij wilde maar, en op Zijn woord kwam mens en dier en alles voort.
| 3
De zon, de maan, de ruime lucht, de zee, het land en boom en vrucht, de vogel, vis en 't wormpje mee, en 't roofgediert' en 't tamme vee.
| 4
Dit alles, en ook nog veel meer! is uit en door en tot de Heer'; Gods wijsheid, goedheid en Zijn macht zij daarvoor ere toegebracht.
| 5
Maar wat mij bovenal verblijdt: God gaf mij ouders die met vlijt bij dag en nacht, in vreugd en pijn, voor mijn behoeften werkzaam zijn.
| 6
O Heer'! geef mij die vrome zin, dat ik mijn ouders teer bemin, en ik, met een vernieuwd gemoed, U dienen mag als 't hoogste goed. |
|