1
Als de wereld hier vergaat en haar zon ten onder gaat, als wij in de heerlijkheid zien Gods werken in de tijd, dan eerst dank ik en erken, wat ik U verschuldigd ben.
2
Als ik hoor der bozen beê: 'Bergen, dek ons voor het wee.'; als ik zie hun angst en schrik in hun laatste ogenblik, dan eerst dank ik en erken, wat ik U verschuldigd ben.
3
Als ik voor Uw heil'ge troon sta in 't bruidskleed van Uw Zoon; als ik U volmaakt mag zien, mateloos mijn liefde biên, dan eerst dank ik en erken, wat ik U verschuldigd ben.
4
Als ik 's hemels lofzang hoor, als een donderstem in 't oor, luid als waat'ren in hun gang, zoet als zuiver harpgezang, dan eerst dank ik en erken, wat ik U verschuldigd ben.
5
Toon op aard' in duisternis hoe Uw glans weerspiegeld is; dat ik Uw vergeving smaak' en Uw Geest mij krachtig maak', geef dat ik ook nu erkenn', dat ik dank verschuldigd ben.