W. Croft (1678-1727)
|
1
God geeft bevel en Noach gaat de ark in; Hij behoedt een achttal zielen in Zijn raad goedgunstig voor de vloed.
| 2
Hoezeer hij alles even hecht bevestigd heeft, hoe sterk, God Zelf sluit af, Jehova legt de laatste hand aan 't werk.
| 3
Al sleurt het water hen ook mee, al beukt het deur en wand, ze weten zich in holle zee zo veilig als aan land.
| 4
En wie geloofd sterft evenmin; als Christus eigendom gaat hij het leven uit en in; geen kind van God komt om!
| 5
Zijn hoop gaat naar de Heere uit. Die toesluit waar geen man ter wereld opent, Die ontsluit waar niemand sluiten kan.
| 6
In Christus' Ark, verzoend met God! O ziel die eeuwig leeft omdat de Heere Zebaoth de deur gesloten heeft! |
|