M. Luther (1483-1546)
|
1
Drie dingen troosten mijn gemoed en maken mij het sterven zoet, zodat ik zonder schromen de dood zie tot mij komen.
| 2
Het eerste, dat mij juichen doet, is dat ik ben in Christus' bloed gewassen van mijn zonden, die mijne ziel verwonden.
| 3
Het tweede troost mijn ziel nog meer: dat ik nu leef en sterf den Heer', Die mij nooit zal begeven, maar door de dood doet leven.
| 4
Het derde troost mij bovenal: ik weet nu waar ik varen zal, de hemel is mijn erve, zodat ik vrolijk sterve. |
|